maandag 12 november 2007

Nelson and Westcoast

Het is alweer even geleden, en bevinden ons voor het moment op een parking vlak naast een helicopter landingsplaats aan het kleine stadje Franz Josef. Dit stadje draagt dezelfde naam als de gletsjer, alwaar we voor vanmiddag een kleine “glacier tour” geboekt hebben, wat ons in staat moet stellen naar de onderkant van de gletsjer Frans Josef te stappen en zelfs een stukje omhoog op het ijs te wandelen. De vele helicoptervluchten die hier worden georganiseerd vliegen in een mum van tijd over deze Bergen (Mount Cook, Mount Tasman) om toeristen een glimps van hun toppen te geven. Vandaag is het echter wat bewolkt, dus de toppen blijken moeilijk zichtbaar vanuit het dal. Ondertussen dat k tijp doet Sander nog een klein ochtenddutje. Het kunnen slapen in de camper gaat hem niet zo vlot af als in zijn eigen bedje. Bovendien daalt s nachts de temperatuur genoeg opdat we regelmatig wakker worden als de ene of de andere het enige deken veroverd heeft.

Zoals jullie kunnen volgen op het kaartje zitten we nu al ongeveer in de helft van de westkust van het zuidereiland. We hebben de 9de November de boot genomen om over te steken tot in Picton, en vandaar uit hebben we de noorderkant van het eiland afgereden tot aan het Abel Tasman National Park. Hoewel de afstand maar een kleine 300km was, hebben we er toch bijna een ganse dag op gespendeerd. De bergritten maken het de lange campervan niet gemakkelijk, en de haarspeldbochten doen een gemiddelde snelheid van 75km per uur ook vlot dalen. Het doel van deze trip naar het noorden was het Abel Tasman National park, gekenmerkt door zijn mild klimaat, goudgele stranden. Omdat eindelijk het zonnetje er een beetje doorkwam, en van al dat zitten in de camper, we (lees IK) toch wat ectief wouden zijn, hadden we ons met een kajaktochtje beloond op zee. Bleek dit toch even vermoeiender dan de afvaart van de Lesse, omdat op zee de golven en wind en de getijden serieus in je voor of nadeel konden spelen. We zaten met twee in zo een toch wel goed uitgeruste kajak, dat dit op zich al voor de nodige hilariteit zorgde. Wanneer de een een beetje schommelt, of rustig zijn peddels laat rusten dan is de ander dat onmiddellijk gewaar. Je zou het weer een relatietest kunnen noemen, maar we hebben het toch doorstaan. Naar het einde toe, waren we dan ook vermoeid blij dat we onszelf maar een halve dag kajakken hadden opgelegd. Voldaan zijn we dan doorgereden naar de volgende bestemming na onszelf te hebben opgewarmd met een hete douche, en versgewassen kleren (alhoewel ik niet te spreken ben van de graad van properheid van dat machine).

Een lange tocht van het Noorden naar de westkust bleek iets vlotter te verlopen dan verwacht (met andere woorden iets minder bergpaadjes), en heeft gezorgd voor een korte stop aan de Nelson Lakes, alwaar je een prachtig zicht had over het meer en de met sneeuw beklede toppen. Een toch wel idyllisch plekje, al zijn we er maar kort gebleven. De vele muggen hadden ons al in de mot van zodra we de camper uitklommen voor een fotosessie, en hebben ons sindsdien niet meer met rust gelaten. We hadden er niet aangedacht preventief ons wat in te smeren, met alle beten, jeuk en rode plekjes als gevolg.

Het laatste wat nog te vertellen valt, en ook oorspronkelijk een must-see in Nieuw-Zeeland waren de pancake rocks. Rotsen, precies gevormd als verschillende pannekoeklaagjes op mekaar. een niet te verklaren natuurfenomeen, en natuurlijk enkele foto's waard.

Tot zover.. weeral de verhalen!
Het doet wel deugd te weten dat diegene die deze blog lezen er plezier in hebben. Het is inderdaad een toffe manier om het thuisfront nog op de hoogte te houden, en voor onszelf een geheugensteun wanneer we deze reis achter de rug is (we zitten al over de helft!!)Het is alweer even geleden, en bevinden ons voor het moment op een parking vlak naast een helicopter landingsplaats aan het kleine stadje Franz Josef. Dit stadje draagt dezelfde naam als de gletsjer, alwaar we voor vanmiddag een kleine “glacier tour” geboekt hebben, wat ons in staat moet stellen naar de onderkant van de gletsjer Frans Josef te stappen en zelfs een stukje omhoog op het ijs te wandelen. De vele helicoptervluchten die hier worden georganiseerd vliegen in een mum van tijd over deze Bergen (Mount Cook, Mount Tasman) om toeristen een glimps van hun toppen te geven. Vandaag is het echter wat bewolkt, dus de toppen blijken moeilijk zichtbaar vanuit het dal. Ondertussen dat k tijp doet Sander nog een klein ochtenddutje. Het kunnen slapen in de camper gaat hem niet zo vlot af als in zijn eigen bedje. Bovendien daalt s nachts de temperatuur genoeg opdat we regelmatig wakker worden als de ene of de andere het enige deken veroverd heeft.

Zoals jullie kunnen volgen op het kaartje zitten we nu al ongeveer in de helft van de westkust van het zuidereiland. We hebben de 9de November de boot genomen om over te steken tot in Picton, en vandaar uit hebben we de noorderkant van het eiland afgereden tot aan het Abel Tasman National Park. Hoewel de afstand maar een kleine 300km was, hebben we er toch bijna een ganse dag op gespendeerd. De bergritten maken het de lange campervan niet gemakkelijk, en de haarspeldbochten doen een gemiddelde snelheid van 75km per uur ook vlot dalen. Het doel van deze trip naar het noorden was het Abel Tasman National park, gekenmerkt door zijn mild klimaat, goudgele stranden. Omdat eindelijk het zonnetje er een beetje doorkwam, en van al dat zitten in de camper, we (lees IK) toch wat ectief wouden zijn, hadden we ons met een kajaktochtje beloond op zee. Bleek dit toch even vermoeiender dan de afvaart van de Lesse, omdat op zee de golven en wind en de getijden serieus in je voor of nadeel konden spelen. We zaten met twee in zo een toch wel goed uitgeruste kajak, dat dit op zich al voor de nodige hilariteit zorgde. Wanneer de een een beetje schommelt, of rustig zijn peddels laat rusten dan is de ander dat onmiddellijk gewaar. Je zou het weer een relatietest kunnen noemen, maar we hebben het toch doorstaan. Naar het einde toe, waren we dan ook vermoeid blij dat we onszelf maar een halve dag kajakken hadden opgelegd. Voldaan zijn we dan doorgereden naar de volgende bestemming na onszelf te hebben opgewarmd met een hete douche, en versgewassen kleren (alhoewel ik niet te spreken ben van de graad van properheid van dat machine).

Een lange tocht van het Noorden naar de westkust bleek iets vlotter te verlopen dan verwacht (met andere woorden iets minder bergpaadjes), en heeft gezorgd voor een korte stop aan de Nelson Lakes, alwaar je een prachtig zicht had over het meer en de met sneeuw beklede toppen. Een toch wel idyllisch plekje, al zijn we er maar kort gebleven. De vele muggen hadden ons al in de mot van zodra we de camper uitklommen voor een fotosessie, en hebben ons sindsdien niet meer met rust gelaten. We hadden er niet aangedacht preventief ons wat in te smeren, met alle beten, jeuk en rode plekjes als gevolg.

Het laatste wat nog te vertellen valt, en ook oorspronkelijk een must-see in Nieuw-Zeeland waren de pancake rocks. Rotsen, precies gevormd als verschillende pannekoeklaagjes op mekaar. een niet te verklaren natuurfenomeen, en natuurlijk enkele foto's waard.

Tot zover.. weeral de verhalen!
Het doet wel deugd te weten dat diegene die deze blog lezen er plezier in hebben. Het is inderdaad een toffe manier om het thuisfront nog op de hoogte te houden, en voor onszelf een geheugensteun wanneer we deze reis achter de rug is (we zitten al over de helft!!)

1 opmerking:

Anoniem zei

Hallo aline en sander.

alles aan hetzelfde ritme gelezen als jullie afwisselen van view en enviremont. ik hoop dat ik later op mijn gemak nog alles eens kan overzien en lezen en eventueel met de nodige kommentaar van jullie.
Ik heb dit weekend mijn verjaardag gevierd, afwisselend met familie en vrienden. Heb ook enorm slaaptekort, vandaar dat ik snel onder de wol moet kruipen. nog veel plezier en tot later.
tant Reinhilde