dinsdag 13 november 2007

Napier -> Southern Alps

De dag na onze fameuse Tongariro-crossing vertrokken we naar Napier. Napier ademt het mediterrane badplaats-gevoel uit. Palmbomen rond de parken, brede voetpaden, iets ouder publiek (mensen zullen wellicht hier genieten van hun oude dag); kortom het doet me denken aan een kleinere versie van Cannes,Nice, St-Tropez, maar dan zonder de beau-monde.Napier, een stadje aan de oostkust van het Noordereiland, tevens wijnhoofdstad van deze regio, staat bekend als het Art Deco-centre van Nieuw-Zeeland.

Waarom? Wel, in 1931 trof een aardbeving met kracht 7,9 op schaal van Richter deze kuststad en liet, zoals je al kunt vermoeden, niet veelrecht. Er werd dan maar besloten om het volledige stadje terug op te bouwen in éénzelfde, moderne stijl, inderdaad jij snuggere lezer: de art deco-stijl. We beginnen aan een kleine wandeling doorheen het centrum en komen allebei tot de conclusie dat een ganse dag trotten tussen rotsblokken en keitjes een beetjenefast is voor de kuitspieren de daaropvolgende dag.Trappen op- en aflopen, je voelt het echt wel!

Enfin, we zijn niet echt van het klagerstype en genieten van onze reis én het goede weer. Het is immers een zonnige dag en dat is in Aotearoa, het land vande grote witte wolk, zoals dit land door zijn oorspronkelijke bewoners, de Maori, werd genoemd, voor ons de eerste keer sinds we hier aangekomen zijn! Het is hier nu volop lente, maar het weer zit niet echt mee. Zelfs de Kiwi's vinden het niet zo leuk, normaliter zou het beter weer moeten zijn. Doch dit terzijde.

In Napier staat er ook een standbeeld van een zeemeerminnetje, zoals in Kopenhagen, maar dan in Maori-versie, best wel grappig.We bezoeken ook het New-Zealand Aquarium, alwaar we een beeld krijgen van wat er precies in deze wateren rond zwemt, en ik kan je garanderen, het is een bonteverzameling van mooie, maar ook lelijke beesten. Kwamen we aan het Kiwi-noctuarium, inderdaad jij snuggere lezer,kiwi's zijn wel degelijk nachtdieren... jawadde dadde, ik die dacht dat kiwi's vroeger weleens door een Maori, die zat te kakken tussen de Kauri-bomen, als wc-papier-surrogaat werden gebruikt, mocht deze toch wel interessante gedachtengang, zowaar opbergen. Na de geschiedenisles zitten we nu in de biologieklas.Een kiwi is een vleugelloos vogeltje, telt 2 poten, een rond lijf, een kleine ronde kop en een enorme rechte snavel. Vergelijk het met een voetbal waar een golfbal op gemonteerd staat met een strootje. Ze worden met uitsterven bedreigd en ze kunnen ongelooflijk schattig zijn. Ze leggen van alle vogelsoorten ookhet grootste ei (tis te zeggen: verhouding vogel tot het ei). Voor meer info omtrent deze toch wel opmerkelijke vogel die niet vliegen kan (
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kiwi%27s)

Met een gerust geweten (we hebben eindelijk een levende Kiwi gezien) rijden we door naar Wellington, de zuidelijkste stad van het noordereiland en tevenshoofdstad van dit land. Op de kaart weerhoudt de afstand tussen beide steden zicht tot een kleine 350km. De geschatte beste tijd om dit traject te overbruggen,(namelijk 3,5u) wordt ruimschoots overschreden, we doen er uiteindelijk meer dan 5u over! Nieuw-Zeelandse wegen zijn echt niet van dezelfde makelij als de onze; om jullie een idee te geven: autostrade zoals wij dat kennen, komt hier over het gehele land nog geen 100km voor, een beetje in Wellington en een beetje in Auckland. wat zij hier beschouwen als highway, zijn straten die bij ons het formaat "steenweg" krijgen; een vak op en een vak neer, mits wat geluk, links en rechts een beetje plaats voor fietsers. Die plaats maakt in de bergen dan weer plaats (hey , leuke woordspeling niet?) voor een steile rotswand langs de ene kant en een diep ravijn langs de andere. Dit alles neemt niet weg dat het lekker sjeezen geblazen blijft onderweg, ook met aangepaste snelheid!

Wellington dus, we komen er 's avonds aan om er 's morgens alweer te vertrekken. We gaan de oversteek maken naar het zuidereiland, wat door alle Kiwi'sbeschouwd wordt als het mooiste eiland, meer variatie in landschap, meer natuur, ... Het blijkt ook zo op papier, ongeveer de helft van dit deel Nieuw-Zeeland is gekleurd als "National Park".Dus wij de boot op en 3u20min later komen we aan in Picton. Picton... om de een of andere reden moet ik daarbij altijd denken aan een strip van de Rode Ridder. Veel stelt het niet voor, er wonen ook maar 4000 mensen dacht ik. Tot nu toe hadden we op de landkaart altijd rood ingekleurde banen bereden (dezogenaamde highways), ja inderdaad jij snuggere lezer, deze keer werd dat patroon doorbroken.

Ons volgend objectief, Abel Tasman National Park, kon alleen bereikt worden via een geel ingekleurde weg, de secondary roads... Na een tergend langzame maar bicepsonderhoudende tocht raken we de bergpassen door en over.Het is waar wat ze zeggen, het is ook echt zo. Van het ene op het andere moment kan je terechtkomen in een totaal ander landschap, en deze zonnige dag maakthet er alleen maar beter op!
Marahau wordt onze stop in het park. Aline wil hier het sea-kayaken uitproberen. Aangezien gans dit gebied beschermd landschap is, mag er niet vrij gekampeerd worden en zoeken we voor de 2e keer een camping op. Komt goed van pas, batterij van de pc opladen, batterij van de camera en batterij van de gsm(ware het niet dat we de komende 2 dagen zonder ontvangst zullen zitten en door het constant zoeken naar een beschikbaar netwerk, deze al na een kleine dagweer helemaal plat blijkt te zijn). Eten, douchen, maffen. (althans dat probeer ik, maar om de een of andere reden;zijn het de kussens?, is het de matras?, de beperkte beenruimte?; geraak ik maar niet in slaap, ik die nochtans na 5 minuten al zwaar in dromenland kan zijn)

Soit, het is alweer ochtend, en die stond heeft goud in de mond. Is al een oud gezegde, binnen 15 jaar zal het gezegde als volgt luiden: de ochtendstond heeftne witte gebleachte smoel ofzo, zo ver deze uitermate flauwe mop van mijnentwege!
Tom, een oudere doch energieke, goedgeluimde kiwi legt ons de knepen van het "sea-kayaken" uit. Zo'n ding heeft gewoon een roer, dat je met pedalen dientte besturen. Na wat safety-oefeningen en training op zee, is het zover. Rustig peddelen we doorheen de golven, langs de kust, al eens diep in de zee,..maar na een paar uur landen we terug op vaste bodem. We moeten immers nog wat kilometers afleggen.

Van hieruit gaat het naar Punakaiki, alwaar de Pancake Rocks zich bevinden. Daar komen we bij valavond aan en zoeken een plaatsje om te overnachten.De pancake rocks zijn bizarre rotsformaties, die uniek zijn in de wereld. Wetenschappers zijn er tot op heden nog niet voor de volledige 100% aan uitgeraakthoe deze bijzondere erosie tot stand kan/kon komen. Na dit mysterie der natuur te hebben aanschouwd, geven we onze .... paarden de sporen richting Franz Josef.Onderweg stoppen we eventjes om een foto te nemen van een "opgepast, overstekende pinguïns"-bord. Op het noordereiland hadden we er ook al eentje gezien, maar dan met een kiwi! Zo'n bord zijn we tot op heden spijtig genoeg niet meer tegengekomen.

Franz Josef, zowaar een kunstmatig dorp; je moet echt zoeken naar een huis dat geen motel/bar/restaurant/tourist office is. Een snel te vergeten dorp, datzijn bestaansreden alleen dankt aan de gletsjer in de buurt, inderdaad jij snuggere lezer, de Franz Josef Glacier. Zoals de naam al laat vermoeden, is dezegletsjer vernoemd naar de toenmalige Oostenrijkse keizer Franz Josef. Het is natuurlijk de vraag of een land, wiens naamplaatsen zo mooi kunnen klinken, blij moet zijn met het feit dat de man (Julius von Haast), die voor de eerste keer deze gletsjer bedwong, die dan ook prompt herdoopte in de naam van zijn keizer.We denken eraan om een helicoptervlucht te boeken en bovenop de gletsjer te landen, maar na rijp beraad besluiten we van een "guided tour" te nemen. Het isregenachtig en bovenop de gletsjer hangt er een heus pak nevel en mist, wat het mooie uitzicht zwaar belemmert. Deze gletsjers (samen met de Fox & Tasman glacier)zijn uniek in de wereld omdat ze afdalen van gebieden met eeuwige sneeuw tot aan regenwoud vlakbij de kust. Eerst dient een wandeling van een dikke drie kwartier afgelegd te worden naar de onderkant van de gletsjer. In de verte loert een massa steengruis, rotsen en een ongelooflijke hoeveelheid ijs op ons te wachten.

Eenmaal aangekomen beginnen we aan de klimtocht, gespen onze spikes aan de schoenen, luisteren aandachtig naar de instructies van onze gids, en hop, het ijs op.Troy, zo heette die man, haalt zijn pikhouweel boven en hakt zich een weg naar boven of maakt ie de kleine, voorgevormde tredes net iets zichtbaarder. Deze gletsjer is de Ferrari onder de gletsjers, aldus Troy. Hij beweegt zich voort met een snelheid van 1,5m per dag!! (wat is een gletsjer? ........)En blijkt ook nog eens een groeiende gletsjer te zijn, en dat in tijden van "global warming", eat your heart out Al Gore :-)Het regent hier in deze regio 240/250 dagen per jaar, dat betekent op serieuze hoogte enorme massa's sneeuw, wat op zijn beurt dan weer resulteert in eensteeds groeiende gletsjer! Over het traject van deze 13km lange ijsrivier wordt er door het gevallen sneeuwvlokje op de top zeventig jaar over gedaan alvorenshet beneden smelt.

Soit, zover een beetje aardrijkskunde dan weer! "Anybody suffers from claustrophobia?" vraagt de gids, hij vertelt dat er twee weken geleden een mooie"spleet" gevonden is en aangezien deze ijsmassa voortdurend in beweging is, wordt dit dus een tijdelijk hoogtepunt van ons gletsjerbezoek. Er gewoon rechtdoorstappen blijkt me niet te lukken, ik draai me 90° en glij langsheen de ijswanden de scheur in het ijs binnen. Nooit gedacht dat ijs zo mooi kon zijn, eenwerkelijk diepblauwe gloed omringt ons. Het is haast marmer!Nu is het tijd om aan de afdaling te beginnen, dit blijkt andere koek te zijn dan het klimmen. Als we bijna beneden zijn, krijgen we het bezoek van een kea,een inheemse, nieuwsgierige papegaai, die zich op het ijs zet en zich niets aantrekt van de ijsklimmers, die op 2 meter van hem aan het afdalen zijn, en zich rustig blijft wassen en de veren glad strijken.

's Avonds gaan we nog iets drinken in een bar, posten nog wat op de blog en rijden door naar Lake Matheson, waar we zullen overnachten.Nieuw-Zeeland heeft ongelooflijk veel meren en die zijn dan nog eens van een uitzonderlijke schoonheid. Als je een foto op een kalendar, op een poster, waar dan ook ziet, is de kans groot dat dit meer hier ligt.Het regent ondertussen pijpestelen en we begeven ons richting Fox Glacier, die andere, grote ijsrivier in de buurt. Hey, je hebt niet elke dag de kans om een gletsjer te zien! Jij snuggere lezer :-)Deze gletsjer dankt zijn naam aan het moment dat, ergens omtrent 1870, de toenmalige premier deze plaats bezocht en deze prompt herdoopte met zijn naam.Stel je voor: Jupiler wordt Leterme-bier, Jan Breydel stadion wordt de Dehaene Dome, het Atomium de Verhofstadt-ballen,....

Enfin, het water valt met bakken uit de lucht, ik doe mijn waterproof kledij aan en begeef me richting gletsjer. Deze keer hou ik het bij een afstandszicht. Deze gletsjer is dan weer een terugtrekkende,maw hij krimpt. Tijdens de heenrit zagen we een plaat: "1750: glacier here!", een kleine kilometer later "1935: glacier here!" en vanaf dat punt stond de gletsjerzo'n 3,5 km verderop.Global warming? Niet bijzonder, gletsjers groeien en krimpen, ze liggen er niet wakker van. Zo groeide die andere gletsjer tussen 1985 en 1996 zo'n 2 km!

We laten de Nieuw-Zeelandse Alpen voor wat ze zijn en "heading for Jackson Bay", een plaats waar we kuifpinguïns (Surf's Up!) en zeehonden moeten kunnenzien. Ondertussen klaart de hemel helemaal open en komt de zon er terug door. Benieuwd wat deze dag zal brengen....

take care!

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Zeg Sanderke,

zo korte verslagskes altijd!
Kunde nie ewa meer detailkes geveuh?

En ge moogt altijd ns n kaartje sturen he.

Tis nie voor mij
maar voor mijn eenzaamheid.

Sander zei

is 't weer niet goed ja?
onnozelaar :-)